Na bijna 28 jaar zijn we terug in Parijs. Toen was het onze huwelijksreis en hadden we bijna een week om Parijs te bekijken en nu 2,5 dag. Zondag reizen we namelijk door naar Bretagne voor een week wandelen langs de Bretonse kust. Eens kijken of Parijs nog net zo mooi is.

Omdat Bretagne goed bereikbaar is met de trein kozen we voor treinen in plaats van met de auto. En als je treint naar een bestemming in Frankrijk ga je altijd over Parijs. En dan nemen we het er natuurlijk even van. Parijs is nu extra leuk vanwege de Olympische spelen die over 1,5 maand hier plaatsvinden. De reis met de trein was aangenaam en vlot. De tijd vloog voorbij. Ik heb nog wat werk gedaan en Christel verdiepte zich in wat we willen zien en doen in Parijs. Enig minpuntje was dat het in de Eurostar ontzettend warm was.  Maar dat had geen effect op de reistijd. We konden lekker op tijd, om 14:30 inchecken bij ons hotel in hartje Parijs. 

Na opfrissen en schoenen wisselen zijn we eerst richting de Seine gelopen op zoek naar een leuke plek om koffie te drinken. We kwamen terecht in een eenvoudig café en dronken onze eerste café au lait van deze vakantie. Christel’s oog viel op een patisserie schuin tegenover dus daar gingen we na de koffie even kijken. Kijken, kijken, wel kopen! Daarna zijn we naar het Île de la Cité gelopen waar we o.a. Saint-Chapelle, de bloemenmarkt en Notre Dame bekeken. Die laatste wordt volledig gerestaureerd na de brand van 2019. Eind dit jaar gaat de Notre Dane weer open. Maar mooi dat die wordt! Vervolgens dwaalden we door het Quartier Latin en bekeken allerlei mooie gebouwen, waaronder het imposante Pantheon en de prachtige nabij gelegen Saint Etienne du Mont. 

Via het Jardin du Luxembourg liepen we terug naar ons hotel. Vanavond aten we in een klein charmant restaurant, Pres de Seine, dichtbij ons hotel, dat dan weer Hotel de Seine heet. En daar hebben we heerlijk gegeten. 

Categorieën: Vakantie